Veroordeeld met gefingeerd bewijs – van alle tijden

Een boek is voor mij een absolute ‘must’ als het tegelijkertijd aan meerdere criteria voldoet: het moet een wezenlijke inhoud hebben en het moet je als het ware in het boek zuigen. De roman ‘De officier’ van Robert Harris voldoet hieraan. Het laat haarfijn zien hoe het antisemitisme wijdverbreid was (en is!) in Frankrijk. En hoewel je de uitkomst van de Dreifussaffaire al weet, is dit boek een absolute pageturner.

Van Westerbork tot Mauthausen, van Theresienstadt tot Auschwitz heb ik gereisd en de gevolgen van discriminatie en rassenwaan gezien. Iedere keer verbaasde ik me weer hoe het in godsnaam heeft kunnen gebeuren. En het begint in het klein door het zoeken en willen vinden van een zondebok; onvrede mobiliseren om ten koste van vreemdelingen macht te krijgen. In Nederland zien we het bij Baudet en Wilders en in Duitsland bij Gauland. Zulke lieden gebruiken foute ideeën bewust als gefingeerd bewijs.

In januari 1895 wordt de joods-Franse officier Dreifuss vernederd door hem ten overstaan van duizenden mensen zijn officiersversierselen af te nemen. Hij wordt beschuldigd van spionage voor de Duitsers op grond van gefingeerd bewijs. Tot in de hoogste regeringskringen is men ervan op de hoogte. Richard Dreifuss wordt verbannen naar Duivelseiland. Het leest als een thriller hoe de daders ontmaskerd worden en Dreifuss na 10 jaar gerehabiliteerd wordt.