Later is misschien te laat* – De Grot van de Verdronken Zeeman

Op onze Schotlandreis in 2000 kwamen we met de boot in Hull aan en reden met de camper naar de Hadrian Wall. Op de plaatselijke camping kwamen we Nederlanders tegen die op de terugweg waren. Zij noemden het eiland Mull één van de hoogtepunten van hun reis. Wij wilden zo-wie-zo naar het Meer van Loch Ness en Mull lag geografisch gezien in het verlengde daarvan. Op weg daar naartoe reden we over een C-weg langs de kust. Onderweg overnachtten we aan de baai Loch a Choir bij Camas Chil-Mhalieu – de Grot van de Verdronken Zeeman.

 Genomen van de heuvel boven de grot. In het midden rechts de camper.

In bijna niemandsland hebben we een heel groot keienstrand met prachtige stenen en schelpen voor ons alleen en …. een grot! Dat zo’n rust en natuur nog bestaat! We hebben samen wrakhout bij elkaar gezocht en in de grot een groot vuur gemaakt dat jij verzorgd hebt, Cas. Op de terugweg naar de camper zagen we achter ons het vuur nog branden. We gaan nu slapen. Het is wel een beetje spannend hier in de totale verlatenheid. Als je buiten schreeuwt, hoort niemand je!

 Later ook bij Mull: iedere dag zon!

De volgende dag was het al vroeg licht en kon ik niet meer slapen. Op de heuvels achter de grot ben ik in mijn eentje een lange wandeling gaan maken. Bij terugkomst waren Beppie en de kinderen nog in diepe rust. Tijd voor een practical joke: Ik bonkte op de camperdeur en schreeuwde een paar keer: “Heye, you gotta get off my land!” Beppie schrok zich dood en riep: Ruud, er is iemand aan de deur! Ze verstopte snel haar tas onder het dekbed en had daarna pas in de gaten dat ik niet in bed lag. Jij, Tom, trok je dekbed over het hoofd en durfde niet te kijken.

             In de grot

Na het ontbijt zochten we opnieuw hout en dronken koffie in de grot. Aan het begin van onze rondreis was ik begonnen met het voorlezen van De brief voor de Koning van Tonke Dragt. Na het voorlezen over Tiuri, hebben wij, Lies en Fleur, de tocht nagelopen die ik eerder die ochtend gemaakt had. Onderweg verzamelden we wol van schapen die op de gekste plaatsen (ook op hoge rotsen!) was blijven haken. Jij, Cas, opperde om daar bij thuiskomst kussentjes met Schotse ruitstof van te maken.

                Wandeling met Lies en Fleur

Na een verblijf van vijf dagen op het altijd-mooi-weer-eiland Mull begon onze terugweg richting Hull en overnachtten we opnieuw aan de baai met ‘onze grot’. We struinden de rotsen af voor wrakhout en Cas maakte ’s avonds een groot vuur in de grot. We mochten allemaal een wens doen. ‘Cas-helemaal-beter’ mocht niet want dat is ons aller wens. Jij, Thijs, kwam drie keer in ons wensenlijst voor: “Thijs gauw weer zien”, “Thijs been beter” en “Hier eens met z’n zevenen in de grot bij elkaar zijn”.

  Cas rechts

De volgende ochtend dronken we als afscheid koffie en ranja in de grot. Ik had een laddertje uit de camper meegenomen. Boven op een richel heb ik een muntje neergelegd met de bedoeling dat één van de jullie die eens op gaat zoeken, mijn kinderen! Daarna inpakken en richting Hull en onderweg in Liverpool The Beatles zoeken!

 Daar ligt het muntje!

* Na het verongelukken van Ben in 1992 en de chemokuren van Cas in 1999 kwam bij Beppie en mij het besef dat het leven NU geleefd en beleefd moest worden en niet later. Later komt misschien niet meer. Later is misschien te laat. Tot 2011 hebben we in de vakanties Europa afgereisd op zoek naar de wortels van de Europese beschaving en prachtige avonturen beleefd met Thijs, Cas, Lies, Fleur en Tom. Cas overleed in 2009. In 2011 zijn Beppie en ik uit elkaar gegaan.

Van 11 tot 31 augustus 2000 bereisden we (zonder Thijs, hij herstelde van een beenbreuk) Schotland met als einddoel het Meer van Loch Ness.

De foto’s komen uit de familie- en individuele kinderalbums. De schuingedrukte teksten uit mijn dagboeken 1984 -2010.