Op mijn Beatles scheurkalender lees ik op vrijdag 6 maart dat het precies 50 jaar geleden is dat ‘Let it be’ werd uitgebracht. Paul McCartney vertelt dat hij een droom had over zijn moeder die al 10 jaar dood was: ‘Het was zo fijn om haar weer te zien, want dat is het mooie van dromen: je wordt echt even met iemand herenigd. Je staat daar en bent weer fysiek bij elkaar. En ze zei: “Het komt goed”. Het was zo’n heerlijke droom. Toen ik wakker werd, voelde ik me geweldig en begon aan ‘Let it be’.
Ik droom ook regelmatig over mijn overleden kinderen Ben en Cas. Het geeft in de droom inderdaad een geweldig gevoel. Ze zijn er weer, hoe is het mogelijk! Vaak neem ik ze dan in mijn armen. Ik zoek B. om haar te vertellen dat ze nog leven maar kan haar niet vinden. Met een heerlijk gevoel word ik dan wakker. Binnen enkele seconden komt het besef dat ik gedroomd heb. Het zalige gevoel slaat om in een peilloos verdriet: ze zijn dood en ik zie ze nooit meer terug. Claude wakker maken en haar de droom vertellen, maakt dat ik ‘back to normal’ kom.
Ben was in 1992 11 jaar toen hij verongelukte op weg van school naar huis. Cas overleed in 2009 op zijn negentiende aan kanker. Beiden waren het intelligente jongens. Ben was op zijn negende damkampioen van Overijssel in de leeftijdsklasse tot 13 jaar. Cas deed een dubbel profiel op het VWO. Deelcertificaten haalde hij op het Carmellyceum terwijl hij wist dat hij ongeneeslijk ziek was. Ben vormde een onafscheidelijk koppel met Thijs. Ben was altijd bezorgd over het fietsgedrag van zijn broer. Cas was heel gek met zijn jongste broertje Tom; hij moest altijd lachen als die kattenkwaad uithaalde. Toen Cas door zijn ziekte alleen nog maar kon liggen, bracht ik hem op de brancard naar Moatman om te pokeren. De gelukzalige momenten op de bank voor de kachel waar ik ze samen met Thijs, Lies, Fleur en Tom ‘Max en de Maximonsters’ voorlas.
Ik geloof niet in het hiernamaals. Ik zie mijn jongens nooit meer terug. Het enige wat ik heb zijn mijn fotoalbums en dagboeken. Het enige wat ik kan doen, is zorgen dat ze niet vergeten worden en over ze praten en schrijven ….