Bentheimer zandsteen in Deventer

Deventer is een van de Hanzesteden waar het Bentheimer zandsteen prominent aanwezig is. De Bergkerk, de imposante aan de IJssel gelegen Lebuineskerk en De Waag, zijn de bekendste voorbeelden. Vele tientallen gebouwen hebben ornamenten van het geelrode steen. Opvallend meer gebouwen dan in stapelstad Zwolle dat eeuwenlang het monopoly had op de exploitatie van de Bentheimer steengroeven.

 De Lebuines

Reden is dat Deventer de tol geheven op De Vecht en de toeslag van de Zwolse handelaren, ontliep. Karren met blokken steen werden via De Lutte en Oldenzaal naar de Schipbeek in hartje Twente vervoerd. Met zompen werd het stroomafwaarts afgevoerd en via de Ijssel naar Deventer gevaren. Via deze zuidelijke ‘smokkelroute’ kreeg Deventer – net zoals Zutphen – de beschikking over ‘goedkoop’ Bentheimer zandsteen.

 De Waag

‘De gesel Gods’ in de middeleeuwen was de Zwarte Dood. Twee grote epidemieën en vele kleinere teisterden Europa. Rond 1350 stierven tientallen miljoenen mensen aan de builen- en longpest. Uiteraard kregen de joden vaak de schuld; zij zouden de putten vergiftigd hebben. Velen zagen de rat als boosdoener. Einde 19de eeuw ontdekten wetenschappers dat de pestvlo verantwoordelijk was.

 Jodenvervolging

Recentelijk onderzoek wijst uit dat niet alleen de rat de gastheer van deze vlo kan zijn maar ook kleine knaagdieren en zelfs honden en katten. Epidemiologisch onderzoek geeft aan dat De Hanzeroute een belangrijke rol heeft gespeeld bij de verspreiding van de pest. De laatste (kleine) pestepidemie was rond 2000 in India. Gelukkig is de pest nu gemakkelijk te bestrijden met antibiotica.

 St. Geertruidengasthuis

De pestlijders werden in Deventer naar het Sint Geertruidengasthuis of ‘Pestenhuis’ gebracht. Zij gingen door de Bentheimer zandsteenpoort met decoraties van de heilige, Frankische non. Aderlaten leek te verlichten maar had het tegengestelde effect. Na hooguit enkele dagen stierven de ongelukkigen.

 Zandloper van Bentheimer zandsteen

Bij het wegbrengen van de lichamen door de achterdeur, kwamen deze langs de stenen zandloper met doodshoofd. Deze symboliseerde de eindigheid van het leven: gemiddeld niet ouder dan dertig jaar werd men in die tijd. De lichamen eindigden in een anoniem massagraf.