De Armenjager van Noetsele (1)

“De Armenjager komt eraan!” Deze kreet schalde vaak over de erven en zandwegen van Marke Noetsele. Arnout de Armenjager was van verre herkenbaar. Zijn slappe hoed op zijn blonde haren, zijn zwarte kledij, maar vooral de slepende tred kende iedereen. Arnout was niet populair onder de plaatselijke bevolking. Als Armenjager moest hij bedelaars en gespuis opsporen en uit de Marke gooien. Als rechtsdienaar mocht hij in woonsteden en schuren kijken. En daar hadden de mensen een hekel aan. Veronderstel dat hij een stiekem-geslacht varken zag of achtergehouden zakken graan? De tienden voor de kerk drukten al zo zwaar en de pacht van de heer was al zo hoog. Soms nam de Armenjager goederen in beslag. Van de rode knuppel aan zijn riem alleen al ging veel dreiging uit…….

Arnout wist dat achter zijn rug over hem geroddeld werd en met hem gespot werd. Maar dat was hij gewend. Vroeger, heel vroeger als kind, was hij gelukkig geweest. Zijn vader en moeder hadden een klein boerderijtje gehad op de hoek van een kruising van twee zandpaden. Daar, onder aan de heuvel hadden zij een karig bestaan op de schrale grond. Met heideplaggen werd de kleine akker bemest. Een koe en een varken zorgden voor iets extra’s. De hele familie moest hard werken maar Arnout hielp graag mee. Tot die ene dag aanbrak: bij het steken van heideplaggen kwam Arnout onder de kar terecht. Zijn verbrijzelde been werd nooit meer de oude. Niet zijn mankheid en nooit-aflatende zeurende pijn vond hij het ergst maar het-er-niet-meer-bij-horen. Hij kon niet meer buiten spelen met zijn broers en het zware werk op de boerderij kon hij niet meer aan. Hij werd bespot om zijn gemankeerde tred en zijn zussen scholden hem uit voor uitvreter. Ondanks zijn manke been liep hij graag in zijn eentje over de heidevelden en in de bossen. Hij keek naar de zompen die over Regge voeren en genoot van het uitzicht vanaf ‘De Berg’, zoals zijn vader de heuvel vlak bij hun huis noemde. Toen hij 16 jaar oud was, overleed zijn vader en nam zijn oudste broer de boerderij over. Hij voelde zich ongewenst en toen het weinig geliefde en slecht betaalde baantje van Armenjager vrijkwam, meldde hij zich bij het Markebestuur. Vanaf nu moest hij de Markegrenzen bewaken: aan de ene kant lag de Noetselerberg en aan de andere kant De Regge. Hij kreeg een zomp om ongenode gasten die illegaal op de oevers van het regenriviertje bivakkeerden, op te sporen.

Arnouts leven kreeg een wending ten goede toen hij Marthe ontmoette. Waarom dat meisje met die prachtige, ravenzwarte haren hem de moeite waard vond, begreep hij niet. Zij spotte niet met zijn mankheid en luisterde geduldig naar de verhalen die hij over zijn werk vertelde. Eigenlijk had hij er een hekel aan: vreemdelingen, bedelaars en zwervers moest hij opsporen en over de Markegrens zetten. Vaak zaten daar doodzieke mensen tussen, oude soldaten zonder arm of been of wezen die kind noch kraai hadden. En dan de bewoners van de Marke die hem niet graag op bezoek kregen: het gescheld en gespot, het was niet anders dan vroeger. Maar wat moest hij? Elke week was hij verplicht zich bij het Markebestuur te melden. En die wilde weten hoeveel mensen hij uitgezet had en welke goederen hij verbeurdverklaard had. Anderzijds gaf zijn werk de mogelijkheid om zijn karige loon aan te vullen. Marthe en Arnout hadden nu zes monden te voeden: van vier zonen, een dochter en een aangenomen jongen. Van de Marke hadden ze een houten huisje aan de Regge toegewezen gekregen. Regelmatig hield hij een deel van de in beslag genomen goederen achter. Dure stoffen, wapens met sierlijke handvesten en gouden en zilveren munten werden in kisten gedaan die werden afgesloten met een stevig ijzeren slot. De sleutelbos droeg hij dag en nacht op zijn lichaam. De kisten werden verstopt langs de oevers van de Regge. Marthe ging mee op zijn zomp. Zij had een goed geheugen en zou de verstopplekken onthouden. Als hij dan met haar onder de volle maan terugvoer naar hun huisje en over het kabbelende water van De Regge keek, voelde hij zich gelukkig.

En toen bereikte de pest de Marke Noetsele ….

Geschreven ter gelegenheid van het het vijftigjarig bestaan van Camping De Noetselerberg bij Nijverdal. Prachtige camping met theater en overdekt en buitenzwembad in mooie omgeving.

Aardige mensen en coronabestendig! www.noetselerberg.nl

Tekeningen Manfred Flucht en Studio Zwaanstraat.