Onder een staalblauwe hemel – Tsjernobyl en het Coronavirus

Weer en sfeer doen me aan de lente van 1986 denken. Mensen sloegen voedsel in en bleven als het even kon binnen. Ook toen was het schitterend weer maar schijn bedroog. En het was niet een virus dat buiten rondwaarde maar er was sprake van radioactieve neerslag.

Uit mijn dagboek woensdag 7 mei 1986 3.00 uur:

‘Lieve Ben en Thijs. Een ongebruikelijk tijdstip om te schrijven maar er vinden zaken van historische betekenis plaats. Ik kan er niet van slapen. Eind april werden er in Scandinavië metingen bekend waaruit bleek plotseling dat de radioactieve achtergrondstraling verhonderdvoudigd was. De wind kwam uit de zuidoosthoek en zodoende kon de plek getraceerd worden. Enkele dagen later werd bekend dat er een kernreactor bij Kiev ontploft was. Ook hier in Nederland veel verontwaardiging omdat de Russen het verzwegen hadden. Enkele dagen later kwam de radioactieve neerslag ook in Oostenrijk, Polen en Duitsland neer. Vorige week vrijdag ook hier, net op de avond van het bruiloftsfeest van oom Ben en tante Evelien. Normaal is twee milirem maar die avond werd hier zes gemeten. Eerst zeiden de autoriteiten dat het geen kwaad kon. Minister van Aardenne: “Een bosvuurtje waar vergeten is een greppel omheen te graven.” Maar eergisteren moesten alle koeien van het grasland gehaald worden en de kinderen extra in bad.’

 

Op de avond van de bruiloft lag Ben in het nieuwe ziekenhuis van Almelo. Half april was bij hem een ontsteking in de kop van zijn linker bovenbeen ontdekt. Hij moest enkele weken platliggen met een gewicht aan zijn been. Ik herinner me dat ik bij hem op bezoek was en dat de hemel staalblauw was. De verpleegsters reden alle kinderen van de afdeling met bed en al naar buiten terwijl de ramp in Tsjernobyl al dagen eerder bekend was. Alles moest ‘zo gewoon mogelijk’ doorgaan. Dat bleek ook uit het bezoek van prinses Margriet ter ere van de opening van het ziekenhuis. Foto’s in de krant van een lid van het koningshuis die gewoon haar plicht doet, werken geruststellend. Ben was uitgekozen om haar bloemen te geven namens de patiënten.

Mijn vader was in die tijd werkzaam op de vliegbasis Twente. Hij vertelde dat op het moment dat minister Van Aardenne zijn geruststellende woorden uitsprak, de F16’s die terugkwamen van een vlucht, rechtstreeks naar een hangar getaxied werden. Daar werden ze met brandspuiten van de radioactieve fall-out ontdaan. Het water mocht niet vrij weglopen en moest opgevangen en verwerkt worden.

Er zijn lessen te trekken uit de situatie toen. Ten eerste: gebruik uw eigen gezonde verstand! Volg de media kritisch en laat uw gedrag niet afhangen van wat ministers, managers of schoonmoeders zeggen. Zo kon u twee weken geleden ook al weten dat als u besmetting door het Coronavirus wilde voorkomen, beter niet naar een feestje, bioscoop of sportwedstrijd kon gaan. En is het verrassend dat je in Marokko komt vast te zitten als je 10 dagen geleden vertrok? Daar had u geen minister-president Rutten voor nodig. En, als de zaak uit de hand loopt: geloof de autoriteiten niet. De informatie van overheidswege is er dan op gericht om chaos en anarchie te voorkomen. Een nobel streven maar gebruik uw eigen hersens.

 Embleem BB

In 1982 was ik reservecommandant geneeskundige dienst bij de Bescherming Burgerbevolking (B.B.). Op een cursus werd mij het volgende verteld: “Als de atoombom op het punt staat te vallen gaat u onder de trap of onder een tafel zitten. Na de ontploffing pakt u uw radioactieve meter en gaat het getroffen gebied in en meet de straling van de fall-out. Op grond daarvan maakt u een plan en geeft uw ondergeschikten de opdracht deze uit te voeren. Ik zei toen: “Als de bom valt en ik leef nog dan zoek ik als eerste mijn vrouw en kinderen op.” De man in uniform keek mij geschrokken aan. Tot op de dag van vandaag ben ik tevreden met mijn antwoord.